DeWalt DW077 Service Manual Page 92

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 168
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 91
92
NEDERLANDS
Om de scansnelheid in te stellen, drukt u de
toets (19) in. Iedere keer als de toets wordt
ingedrukt verspringt de scansnelheid cyclisch van
‘kruipend’ naar ‘langzaam’, ‘gemiddeld’ en ‘snel’.
Toepassingen met waterpas uitlijnen:
Gebruik de toetsen (20) om het scanoppervlak
in de gewenste richting te bewegen.
Gebruik de toetsen (21) om het scanoppervlak
af te stellen.
Toepassingen met loodrecht uitlijnen:
Gebruik de toetsen (21) om het scanoppervlak
in de gewenste richting te bewegen.
Druk de toets (18) in om de scanmodus te
beëindigen.
Verticale overbrengingsfunctie (fig. J1 & J2)
De uitlijnribben (31) helpen bij het bepalen van de
positie van de omhoog gerichte laserstraal (32)
boven een gemarkeerde positie op de vloer
Plaats een kruis op de vloer.
Plaats de machine boven het midden van het
kruis en breng de ribben op een lijn met de
markeringen op de vloer.
Breng het midden van het kruis over met behulp
van de omhoog gerichte laserstraal.
Let op! Deze functie werkt alleen op vlakke
ondergronden en kan uitsluitend worden gebruikt
voor het grofweg overbrengen van een gemarkeerde
positie. Voor het uiterst nauwkeurig overbrengen van
markeringen raden wij u de toepassing van een
speciale DEWALT puntlaser aan.
Uitlijnfoutmelding
De uitlijnfoutmelding wordt automatisch geactiveerd
8 seconden nadat de uitlijningsprocedure is voltooid.
Zodra de uitlijnfoutmelding is geactiveerd,
controleert de machine voortdurend de richtpositie.
Afhankelijk van het geregistreerde afwijkingsniveau
reageert de machine als volgt op uitlijnfouten:
Afwijkingen < 2 mm over 10 m: een uitlijnfout
wordt zonder mededelen automatisch
gecorrigeerd.
Afwijkingen 2 - 20 mm over 10 m: een uitlijnfout
wordt automatisch gecorrigeerd. De laserkop
stopt tijdelijk met roteren en de laserstraal begint
te knipperen ter indicatie dat de machine
opnieuw uitlijnt.
Afwijkingen > 20 mm over 10 m: een uitlijnfout
leidt tot onderbreking van de werking van de
machine. De laserkop stopt met roteren en de
laserstraal gaat uit. Er klinkt een snel piepend
audiosignaal en de aan/uit-indicatie knippert
tegelijkertijd. Om verder te gaan:
Schakel de machine uit. Controleer de
afstelling en stel indien nodig opnieuw af
voordat u de machine weer inschakelt.
Hulpmiddelen (fig. (K1 - K4)
Er zijn verschillende hulpmiddelen meegeleverd die
van pas kunnen komen bij het gebruik van de
machine.
Afstandsbediening (fig. K1)
De afstandsbediening maakt handmatig ingrijpen in
de automatische uitlijnfunctie mogelijk indien een
afstelling voor schuin uitlijnen is gewenst. De maximale
schuinte komt overeen met het uitlijningsbereik van
de machine.
Met de afstandsbediening kunt u tevens van een
afstand tot 30 m rond de machine de laserlijn
activeren en de laserkop bedienen.
Laserbril (fig. K2)
De rode brillenglazen verbeteren de zichtbaarheid
van de laserstraal onder omstandigheden met
schelle verlichting of over lange afstanden. Het beste
resulaat wordt binnenshuis bereikt. De bril filtert het
omgevingslicht en intensifeert de geprojecteerde
punt of lijn. De bril kan niet de laserstraal tegenhouden.
Kijk nooit direct in de laserstraal met
deze bril.
DE0730 Schijfkaart (fig. K3)
De schijfkaart localiseert en markeert de laserstraal
als de straal de kaart kruist, waardoor de zichtbaarheid
van de geprojecteerde lijn verbeterd wordt.
De laserstraal gaat door het rode plastic oppervlak
heen en wordt gereflecteerd door de achterkant van
de kaart. Voor eenvoudige ondersteuning bij
waterpas en loodrecht uitlijnen is de kaart voorzien
van een inchschaal en een metrieke schaal. Door de
magneten bovenop kan hij aan plafondrails of stalen
balken worden vastgezet.
Page view 91
1 2 ... 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 ... 167 168

Comments to this Manuals

No comments